Sorry, you need to enable JavaScript to visit this website.

Faciliteiten

Als je verkozen wordt tot lid van de OR of het CPBW, moet je van je werkgever de vrijheid krijgen om je mandaat ook daadwerkelijk uit te oefenen. De meeste van deze 'faciliteiten' liggen voor de hand en brengen meestal weinig problemen mee: aan de vergaderingen deelnemen, een punt op de agenda plaatsen...

Soms ontstaan er problemen over de concrete invulling van je recht op de 'nodige tijd' om je mandaat uit te voeren en je recht om vakbondsvorming te volgen. Ook de faciliteiten van de plaatsvervangers zijn regelmatig een bron van onenigheid.

In sommige ondernemingen is er geregeld discussie over de concrete invulling van de ‘nodige tijd’ buiten de traditionele vergaderingen.

De regel is dat de afgevaardigde zijn mandaat in de beste omstandigheden moet kunnen uitoefenen. Hij moet over de nodige tijd beschikken om de punten van de agenda voor te bereiden, om contacten te leggen met de directie van de onderneming, met de kaderleden, met de preventieadviseur(s), met het personeel, enz.

Anderzijds moet hij kunnen verifiëren of er wel gevolg is gegeven aan gesloten akkoorden, enz.

De faciliteiten waarover de plaatsvervangers beschikken om hun mandaat uit te oefenen, zijn vaak twistpunten. Vanuit wettelijk oogpunt is er nochtans geen verschil: zowel de effectieve als de plaatsvervangende leden zijn verkozen en vertegenwoordigen het personeel. Ze hebben dus recht op dezelfde faciliteiten.

Veel ondernemingen hebben ter zake bepalingen opgenomen in hun huishoudelijk reglement. Meestal enkel voor de effectieve leden, soms ook voor de plaatsvervangers.

Verschillende sectoren hebben hierover collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) gesloten. Ons standpunt is duidelijk: de rechten van de effectieve en plaatsvervangende leden van de OR of het CPBW mogen niet ingeperkt worden.

Toch kan het beter zijn om een heldere regeling af te spreken en die in het huishoudelijk reglement te laten opnemen (desnoods met een zekere beperking van het tijdsgebruik), dan voortdurend in de clinch te moeten gaan en in de praktijk daardoor niet meer faciliteiten te verkrijgen.

De leden van de OR en het CPBW hebben recht op vakbondsvorming, ook tijdens de werkuren. De praktische regeling daarvan is terug te vinden in de cao die in jouw sector het 'syndicaal verlof' regelt. Daarin staat hoeveel dagen vorming je mag volgen zonder loonverlies.

Soms worden deze vakbondsvormingen georganiseerd in het kader van betaald educatief verlof. Dan moeten er voor die vormingen specifieke regels gevolgd worden. Neem hieromtrent contact op met je vakbondssecretaris. Verwittig ook steeds vooraf je werkgever als je een vorming volgt.

Problemen in dat verband hebben meestal te maken met de gelijktijdige afwezigheid van personeelsleden uit dezelfde afdeling. Door middel van een collectieve planning bij het begin van het schooljaar kunnen dergelijke problemen voorkomen worden.

De belangrijkste faciliteiten van een afgevaardigde:

  • contacten leggen en werkposten bezoeken,
  • de werknemers inlichten,
  • recht om deel te nemen aan vergaderingen (van de OR of het CPBW) zonder loonverlies (+ eventueel vergoeding van verplaatsingskosten): interzetelvergaderingen, vergaderingen buiten de werkuren met het eigen transportmiddel, onmogelijkheid om de normale vervoersbiljetten te gebruiken),
  • deelnemen aan voorbereidende vergaderingen,
  • één of meer punten op de vergaderagenda plaatsen,
  • klacht indienen bij de inspectie
  • technische bijstand vragen (bijvoorbeeld aan je vakbondssecretaris of een andere expert van je centrale),
  • vrij gebruik maken van aanplakborden,
  • nodige tijd en middelen krijgen om je taak te vervullen,
  • recht op vorming (zonder of met beperkt loonverlies).

    Download onze app

    Alle info op jouw smartphone?
    Download de mobiele applicatie voor Android of iOS.