Sorry, you need to enable JavaScript to visit this website.
5.

Oprichting en samenstelling van kiescolleges en stembureaus

5.1 HET AANTAL KIESCOLLEGES

Zoals bij de politieke verkiezingen zal je naar een stembureau moeten gaan om te stemmen.

De OR of het CPBW kan beslissen op dag X om elektronisch te stemmen (dit is reeds sinds verschillende verkiezingen mogelijk) in een stembureau of dat een akkoord kan gesloten worden om elektronisch op afstand te stemmen vanop de gebruikelijke werkpost (zie 1.3.5).

Het stembureau wordt bepaald door het kiescollege waartoe je behoort.

Een kiescollege is eigenlijk een indeling van kiezers met het oog op de stemming. Er kunnen één of verschillende afzonderlijke kiescolleges zijn. Er kan ook een gemeenschappelijk kiescollege opgericht worden.

Om het aantal stembureaus te bepalen moet je eerst het aantal kiescolleges kennen.

Het principe is eenvoudig:

  • er worden afzonderlijke kiescolleges voor arbeiders en bedienden samengesteld wanneer er ten minste 25 bedienden zijn in een onderneming waar hoofdzakelijk arbeiders tewerkgesteld zijn,
  • hetzelfde geldt wanneer in een onderneming waar hoofdzakelijk bedienden werken, het aantal arbeiders ten minste 25 bedraagt.

Er kunnen zich ook twee speciale situaties voordoen:

  • als er in de onderneming ten minste 25 jongeren werken (ongeacht of ze arbeider, bediende of kaderlid zijn), wordt er een afzonderlijk kiescollege voor jonge werknemers opgericht;
  • er wordt een afzonderlijk kiescollege opgericht voor de kaderleden indien de onderneming ten minste 15 kaderleden tewerkstelt, maar dit geldt enkel voor de verkiezing van de ondernemingsraad. Als er minder dan 15 kaderleden zijn, stemmen ze mee met de bedienden.

We illustreren dit aan de hand van twee voorbeelden:

Voorbeeld 1

Een onderneming telt 850 werknemers waarvan 100 jonge werknemers, 500 bedienden van 25 jaar en ouder, 200 arbeiders van 25 jaar en ouder en 50 kaderleden. Er moeten 4 kiescolleges samengesteld worden:

  • jonge werknemers (hun aantal bedraagt meer dan 25),
  • bedienden van 25 jaar en meer,
  • arbeiders van 25 jaar en meer (minderheidscategorie telt meer dan 25 werknemers),
  • kaderleden (hun aantal bedraagt meer dan 15).

Voorbeeld 2

Een onderneming telt 133 werknemers waarvan 10 jonge werknemers, 110 arbeiders van 25 jaar en ouder, 18 bedienden van 25 jaar en ouder en 5 kaderleden.

Er moet slechts 1 kiescollege worden samengesteld. Arbeiders en bedienden zullen samen in een kiescollege worden ondergebracht, omdat er minder dan 25 bedienden zijn. Afzonderlijke kiescolleges voor jongeren of voor kaderleden moeten evenmin worden opgericht.

Een dergelijk kiescollege noemt men een “gemeenschappelijk kiescollege”.

5.2 SAMENSTELLING VAN DE STEMBUREAUS

Het basisprincipe is ten minste één stembureau per kiescollege. De OR en het CPBW (of de werkgever) kunnen echter ook verschillende stembureaus per kiescollege samenstellen.

5.2.1 Aanduiding van de voorzitters en plaatsvervangende voorzitters van de stembureaus

Dit is een taak voor de OR of het CPBW, als die al bestaan. Gaat het om de allereerste verkiezingen, dan moet de werkgever overleggen met de vakbondsafvaardiging. Is die er ook niet, dan moet in akkoord met de vakbonden die kandidatenlijsten hebben ingediend, voor elk stembureau een voorzitter en plaatsvervangend voorzitter worden aangeduid.

De voorzitters en plaatsvervangend voorzitters moeten deel uitmaken van het personeel van de onderneming. Als kandidaat kun je geen voorzitter of plaatsvervangend voorzitter van een stembureau zijn.

5.2.2 De secretaris

De secretaris wordt aangesteld door de voorzitter van het stembureau, die eveneens een plaatsvervangend secretaris aanduidt.

Ook de secretaris moet tot het personeel behoren. Hij moet bovendien ingeschreven zijn op de kiezerslijst. Als kandidaat kun je geen secretaris van een stembureau zijn.

5.2.3 Aanstelling van de bijzitters

De bijzitters moeten deel uitmaken van het personeel en mogen niet op een kandidatenlijst staan.

De OR of het CPBW duidt de bijzitters aan. Indien het gaat om de eerste verkiezing, duidt de voorzitter van het stembureau de bijzitters aan.

5.3 AANPLAKKING VAN DE SAMENSTELLING VAN DE STEMBUREAUS (X+60)

Op X+60 wordt een bericht aangeplakt waarop de samenstelling van de stembureaus en de indeling van de kiezers per stembureau zijn aangegeven. Dit kan voortaan ook elektronisch ter beschikking gesteld worden, op voorwaarde dat alle werknemers tijdens hun normale werkuren toegang hebben tot deze informatie.

Download onze app

Alle info op jouw smartphone?
Download de mobiele applicatie voor Android of iOS.